Bart Janssen delves into Nijmegen's sorrows for decades
Bart Janssen bij de portretten die hij in de loop van 25 jaar verzamelde van alle Nijmeegse oorlogsslachtoffers. De foto’s hangen in een steegje naast de ingang van het stadhuis. [Foto: Eveline van Elk]
Bart Janssen was amper drie weken oud toen bommen de Nijmeegse binnenstad in luttele minuten verwoestten. “Mijn moeder trok de kinderwagen waar ik in lag in een reflex de juiste kant op.” Hij heeft de afgelopen decennia zo veel mogelijk verhalen van nabestaanden verzameld, gehoord en opgetekend.
Je hoort vaker dat mensen die iets vreselijks hebben meegemaakt hier moeilijk over kunnen praten. Zo niet de familie van Bart Janssen (80). Hij was nog een baby toen Nijmegen op 22 februari 1944 even voor half 2 werd getroffen door Amerikaanse bommen. “We waren met de hele familie in de stad, bij mijn opa en oma in de Ziekerstraat, om afscheid te nemen van een tante die het klooster in zou gaan. Mijn vader zag de vliegtuigen overkomen en vond het vreemd. Even later werd alles gebombardeerd.” De gevel sloeg uit het huis van opa en oma, dat later volledig door de vlammen werd verwoest. Wonder boven wonder heeft iedereen van zijn familie het overleefd. Dat was een geluk bij een enorm ongeluk: er vielen die dag bijna 800 dodelijke slachtoffers in de Nijmeegse binnenstad.
In de jaren na de oorlog werd er in Janssens familie vaak gesproken over het bombardement. “Mijn oma wist de pijn van de stad goed aan mij over te brengen. Er waren zoveel gezinnen en families getroffen. Toen zij overleed in 1968 kreeg ik een schoenendoos vol met bidprentjes, krantenknipsels, rouwbrieven en andere documentatie over de slachtoffers van het bombardement.”
De pijn die blijft
Bart Janssen was nieuwsgierig. Maar het ontbrak hem in eerste instantie aan tijd. Dus het duurde even voordat hij, met de schoenendoos als vertrekpunt, op zoek ging naar de oorlogsslachtoffers en de nabestaanden. Hij bezocht tal van grafmonumenten en kwam in binnen- en buitenland terecht om met nabestaanden te praten en foto’s van de slachtoffers te achterhalen. De verhalen van meer dan 400 ooggetuigen resulteerden in 2005 in het boek ‘De pijn die blijft’. Een indrukwekkend naslagwerk en monument voor de Nijmegenaren die betrokken raakten bij deze zwarte dag uit de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Zoals dokter Peljak, waar Bart Janssen met zijn moeder op 21 februari nog was geweest. Een paar minuten voordat de huisarts op 22 februari met zijn spreekuur zou beginnen, werden huis en praktijk geraakt door een voltreffer. De dokter, zijn vrouw, vijf van hun kinderen, de huishoudster en de patiënten in de wachtkamer overleefden het niet.
Stad en land
Meer dan 25 jaar was Janssen bijna dagelijks bezig met speurwerk en interviews. “Ik werkte nog, maar in de weekenden reed ik stad en land af om met mensen te praten.” Voor heel wat nabestaanden was het soms de eerste en enige keer dat ze wilden praten over wat ze hadden meegemaakt. Vaak door stom toeval waren ze aanwezig of afwezig op een bepaalde plek, en hiermee werd hun lot en dat van hun familie bezegeld.
In 2019 verscheen naast een nieuwe druk van ‘De pijn die blijft’ een nieuw boek van zijn hand: ‘Het verdriet van Nijmegen’. Daarin schenkt Janssen aandacht aan álle Nijmeegse oorlogsslachtoffers, ook zij die niet omkwamen bij het bombardement, maar tijdens operatie Market Garden en in de ‘granatentijd’, in het verzet of als slachtoffer van de Jodenvervolging.
Janssen is blij met wat hij heeft kunnen doen en nog altijd doet. “Maar ik kan mijn haren soms wel uit mijn hoofd trekken dat ik niet veel eerder ben begonnen. Ik dacht er toen niet bij na, had een druk leven. Maar hoe langer je wacht met het noteren van de verhalen, hoe minder je nog boven tafel kunt krijgen. Het wordt nu steeds lastiger. Want veel mensen die het bombardement bewust hebben meegemaakt, zijn er niet meer.”
Het verhaal van het drieluik
Jo Zuidgeest, een oom van Bart Janssen, besloot kort na het bombardement in zijn meubelfabriek een drieluik te maken ter nagedachtenis aan de 24 kinderen die omkwamen bij de Montessorischool in het Nijmeegse centrum. Het dochtertje van oom Jo, Eveline, was 3 jaar oud en zat ook op die school. Maar zij werd die dag wat langer bij opa en oma thuisgehouden.
Zij overleefde hierdoor en uit dankbaarheid, maar ook als eerbetoon aan de kinderen die omkwamen, maakte Jo het drieluik met foto’s van alle omgekomen kinderen. Dat wil zeggen: 23 kinderen. Het lukte oom Jo niet om van Jopie Gerrits een foto te vinden. Eerst werd het drieluik op de herbouwde school gehangen, maar dat bleek te pijnlijk. Het verdween en lange tijd was niet duidelijk waar het was.
Bart Janssen hoorde pas over het drieluik toen zijn oom Jo er in 1983 over vertelde. Hij besloot op zoek te gaan en wist het drieluik op te sporen. Het werd aan de gemeente Nijmegen geschonken. Bij de grote herdenking van het bombardement in 2003 sprak Bart Janssen schoolzuster Van Driel. Zij bleek een foto van Jopie te hebben. Zo werd het drieluik toch nog compleet, met foto’s van alle 24 omgekomen kinderen. Het drieluik is te zien in het stadhuis.
Slachtoffers op begraafplaats Graafseweg
Bij de jaarlijkse herdenking van het bombardement op Nijmegen is er veel aandacht voor de begraafplaats aan de Daalseweg.
Maar volgens Bart Janssen is er vreemd genoeg veel minder aandacht voor de begraafplaats aan de Graafseweg. “Terwijl deze direct na het bombardement een heel belangrijke rol speelde. Op 26 februari 1944 zijn hier de eerste honderden slachtoffers begraven.”
Op 26 februari 2024 geeft Bart Janssen een lezing en rondleiding op de begraafplaats, waar hij onder meer vertelt over de massagraven waarin veel slachtoffers liggen.